In het licht

In het licht

In ons negenkoppige huishouden is de organisatie van goed functionerend licht op ieders fiets een klus. De oudere kinderen zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Maar op de fietsen van de kleintjes houden wij een oogje in het zeil. ‘Alle fietsen zijn voorzien van voor- en achterlicht’, bedenk ik opgelucht als ik een politie verdekt opgesteld zie staan.

De controle op verlichting passeer ik dan ook fluitend. Op het schoolplein komt één van de jongens echter geschokt naar me toe rennen. ‘Mama, ik moest stoppen bij de politie.’ ‘Stoppen’, vraag ik verbaasd. ‘Ja, want ik had mijn licht niet aan. Niet aan gedacht.’ Ik zucht. Heeft ie licht, denkt hij er niet aan om het aan te doen. Tja, terecht dat de politie hem aansprak.

Licht der wereld

Helaas zijn er veel mensen die, net als mijn zoon, in het donker ronddwalen. En dat, terwijl het licht zou kunnen zijn. Want Jezus is het Licht. En Hij is naar deze wereld gekomen om de duisternis te verdrijven. Johannes de Doper heeft dit van Hem getuigd (Johannes 1). En de profeet Jesaja heeft al eeuwen voor Jezus’ komst over Hem geprofeteerd dat God Hem zou geven om heidenen te verlichten (Jesaja 42:6 en 49: 6).

Duister

Vandaag is het Kerst. Feest van het Licht. En toch is er nog zoveel duisternis op deze wereld. Zijn er veel duistere praktijken. Kinderen worden uitgebuit. Mensen kleineren elkaar. Er is bitterheid. Egoïsme. Machtsvertoon. Witwassen. Kinderen pesten elkaar al en beschadigen elkaar voor het leven. Er is veel seksueel leed. Hoe komt dat toch? Jezus legt het uit. ‘En dit is het oordeel’, zegt Hij, ‘dat het Licht in de wereld gekomen is en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht’.

Waarom vraag je je dan af? Wat kan er tegen zijn op licht? Jezus legt uit dat mensen niet graag in het licht komen met hun foute dingen. Schaamte of trots weerhoudt hen. Jezus zegt: ‘Want een ieder die kwaad doet, haat het licht en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.’ (Johannes 3: 19 en 20) 

Appèl

Gelukkig laat Jezus het niet bij deze woorden. Kort voor Zijn sterven, doet Hij een ernstig en hartelijk appèl om niet in het donker te blijven. Nee, zegt Hij, blijf niet in het duister. Nog ben Ik, het Licht bij jullie. Wandel dan toch in het licht. Voorkom dat de duisternis je overvalt. Want in het donker weet je niet waar je heengaat. Geloof dus in het licht, zolang het licht bij jullie is. Want dan ben je een kind van het licht.’ (Johannes 12: 35 en 36)

Wandelen in het licht

In het licht wandelen betekent dat je eerlijk wordt/ bent. Dat je je zonden in het licht brengt. Dat je niet langer de schone schijn ophoudt, maar concreet benoemt wat er mis is in je leven. Je hang naar ‘likes’, je ontevredenheid, je drift, het overspel, de porno, de leugens, de roddel, je gierigheid. In het licht wandelen betekent niet dat je geen zonden meer hebt of doet, maar dat je ze belijdt. Je kunt dat lezen in 1 Johannes 1 vanaf vers 5. Wandelaars in het licht vinden bij God vergeving en eeuwig leven. Heerlijk Evangelie.

 ‘Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.’
Johannes 8: 12